Socio-politieke verandering en religieuze concurrentie

De regionalisering van India na het einde van het Gupta-rijk (320–650 n.Chr.) Leidde tot het verlies van bescherming en donaties. De heersende opvatting over het verval van het boeddhisme in India wordt samengevat door AL Basham's klassieke studie die stelt dat de hoofdoorzaak de opkomst was van opnieuw een archaïsche hindoeïstische religie, 'hindoeïsme', dat zich concentreerde op de aanbidding van goden als Shiva en Vishnu en meer werd populair onder de gewone mensen, terwijl het boeddhisme, dat gefocust was op het kloosterleven, losgekoppeld was geraakt van het openbare leven en zijn levensrituelen, die allemaal werden overgelaten aan hindoe-brahmanen.

Religieuze concurrentie

De groei van recente vormen van hindoeïsme (en in mindere mate jaïnisme) was een sleutelelement in de achteruitgang van het boeddhisme in India, met name in termen van afnemende financiële steun aan boeddhistische kloosters van leken en royalty's. Volgens Hazra nam het boeddhisme gedeeltelijk af als gevolg van de opkomst van de brahmanen en hun invloed op sociaal-politieke activiteiten.

Afbeelding 931A | Tijdens de periode van de tripartiete strijd (7-12e eeuw) verschoven de meeste grote en kleine Indiase dynastieën hun steun geleidelijk naar verschillende vormen van hindoeïsme of jaïnisme (met uitzondering van de Palas). ​ w: Gebruiker: Planemad / Attribution-Share Alike 3.0 Unported

Afbeelding 931A | Tijdens de periode van de tripartiete strijd (7-12e eeuw) verschoven de meeste grote en kleine Indiase dynastieën hun steun geleidelijk naar verschillende vormen van hindoeïsme of jaïnisme (met uitzondering van de Palas). ​ w: Gebruiker: Planemad / Attribution-Share Alike 3.0 Unported

Auteur : Tobias Lanslor

Referenties:

Geschiedenis van het boeddhisme: Vanaf het begin tot het verval in India

De rol van het boeddhisme in de klassieke wereld en uitbreiding door India

Reacties