Het institutionele christelijke kloosterleven lijkt in de woestijnen van het der

Het institutionele christelijke kloosterleven lijkt in de woestijnen van het derde-eeuwse Egypte te zijn begonnen als een soort levend martelaarschap. Antonius de Grote (251-356) was de eerste die met name de wereld verliet en als monnik in de woestijn leefde. Anthony leefde als een kluizenaar in de woestijn en kreeg geleidelijk volgelingen die als kluizenaar in de buurt leefden, maar niet in werkelijke gemeenschap met hem. Een van hen, Paul the Hermit (verder bekend als Paul van Thebe, ca. 226/7-ca.341) leefde in absolute eenzaamheid niet ver van Antonius en werd zelfs door Anthony beschouwd als een volmaakte monnik. Paulus was vóór Antonius de woestijn ingegaan, maar om aan vervolging te ontsnappen in plaats van God na te jagen. Dit type monnikendom wordt eremitisch of 'heremietachtig' genoemd. Pachomius van Thebe (ca. 292-348) wordt traditioneel beschouwd als de grondlegger van het cenobitische kloosterleven,waarin monniken leven in gemeenschappen die geïsoleerd zijn van de wereld, maar niet van elkaar.

Afbeelding 167B | Een munt uitgegeven door Nerva luidtfisci Judaici calumnia sublata,

Afbeelding 167B | Een munt uitgegeven door Nerva luidtfisci Judaici calumnia sublata, "afschaffing van kwaadwillig proces gericht op de Joodse belasting" | CNG / Attribution-Share Alike 3.0 Unported

Auteur : Mikael Eskelner

Referenties:

Geschiedenis en uitbreiding van het christendom van zijn oorsprong tot de 5e eeuw

Christendom in de periode vóór Nicea, kerkvaders en vervolging van christenen

Reacties