Bronnen en heilige teksten van het jodendom

Het karaïsme heeft een enorme bibliotheek met commentaren en polemieken voortgebracht, vooral tijdens zijn "Gouden Eeuw". Deze geschriften leidden tot nieuwe en volledige verdediging van de misjna en de talmoed, het hoogtepunt hiervan in de geschriften van Saadia Gaon en zijn kritiek op het karaïsme. De talmoed is de centrale tekst van het rabbijnse jodendom en de belangrijkste bron van de joodse religieuze wet (halacha) en de joodse theologie. De Misjna of Misjna is de eerste grote schriftelijke verzameling van de Joodse mondelinge tradities die bekend staat als de mondelinge Torah. Het is ook het eerste grote werk van de rabbijnse literatuur. De misjna werd aan het begin van de derde eeuw na Christus door Juda ha-Nasi geredigeerd in een tijd waarin, volgens de Talmoed,de vervolging van de Joden en het verstrijken van de tijd deden de mogelijkheid ontstaan dat de details van de mondelinge tradities van de Farizeeën uit de Tweede Tempelperiode (536 v.Chr. - 70 n.Chr.) zouden worden vergeten. De Gemara is het onderdeel van de Talmoed en omvat rabbijnse analyse van en commentaar op de Misjna. Nadat de misjna was gepubliceerd door Juda de prins (ca. 200 n.Chr.), Werd het werk uitvoerig bestudeerd door generatie na generatie rabbijnen in Babylonië en het land Israël. Hun discussies werden opgeschreven in een reeks boeken die de Gemara werden, die in combinatie met de Misjna de Talmoed vormden. Volgens het rabbijnse judaïsme vertegenwoordigt de mondelinge Thora of mondelinge wet die wetten, statuten en juridische interpretaties die niet waren opgetekend in de vijf boeken van Mozes, de "geschreven Thora".maar toch worden ze door orthodoxe joden als prescriptief beschouwd en tegelijkertijd gegeven.

Authors: Tobias Lanslor

Belongs to collection: Jodendom van zijn oorsprong tot de moderne orthodoxe stroming

Pages: 134

GOOGLE BOOKS

PAYHIP

OTHERS